Samantha en Rufus wonen met hun éénjarige dochter Mélina in hun tweekamerappartement in Bovenkarspel. Ze zijn al vier jaar op zoek naar een andere woning waarvan 2,5 jaar actief.
De perfecte woning is een eengezinswoning met drie slaapkamers, ruimte om familie en vrienden uit te kunnen ontvangen en een tuin waar kinderen veilig kunnen spelen.
‘Toen mijn relatie eindigde moest ik op zoek naar een nieuwe woning. Ik had op dat moment, op mijn 24e, niet meer de behoefte om bij mijn moeder in te trekken en dus zocht ik een nieuw appartement voor mezelf. Omdat ik al zo’n acht jaar stond ingeschreven bij de woningbouwvereniging en ik niet in aanmerking kwam voor een eengezinswoning, ik was destijds alleenstaand, kwam ik al snel in aanmerking voor mijn huidige tweekamerwoning. De nood was hoog, dus trok ik er in 2018 in. Op dat moment tekende ik het contract met het idee dat dit een tussenstap naar een grotere woning zou zijn, alleen moest ik wel weer opnieuw beginnen met het sparen van inschrijfjaren.
Vanaf het moment dat ik in verwachting was, werd de nood hoger en begonnen we actiever te zoeken naar een grotere woning, maar met vier spaarjaren maak je op dit moment volgens de standaard procedure simpelweg geen kans op een grotere woonruimte.
Via diverse websites en Facebookgroepen proberen we andere gegadigden te vinden voor een woningruil. Tot drie keer toe hebben we het zo goed als rond gehad, maar kon het uiteindelijk niet doorgaan door de strenge regels van de woningbouw en het heeft tot op de dag van vandaag nog niet positief uitgepakt.
Door het gebrek aan ruimte slaapt Mélina bij ons op de kamer. Omdat ze geen eigen slaapkamer heeft en dus niet in een andere ruimte kan worden gelegd om te slapen, is het slaapritme nog steeds niet goed en slaapt ze heel licht. Wanneer ik bijvoorbeeld bij mijn kledingkast moet zijn, er een hond blaft, of ik in de aangrenzende badkamer moet zijn, wordt ze al wakker.
Sociale activiteiten vinden niet veel plaats; we kunnen simpelweg de mensen niet kwijt. Met verjaardagen zijn we afhankelijk van mooi weer, zodat we naar buiten kunnen. De enige manier om iedereen een zitplaats te kunnen geven.
Eters ontvangen is zonder knie aan knie te moeten zitten niet mogelijk in de kleine woonkamer en op mijn werkdagen is het voor mijn vriend niet mogelijk om vrienden uit te nodigen omdat de eettafel op dat moment fungeert als bureau en werkplek.
Onze huidige woonsituatie belemmert mij in het nemen van verdere stappen in het leven. Je staat toch een beetje stil. We zouden graag nog een kindje willen, maar met deze woonomstandigheden is dat verre van ideaal. Dat is niet iets wat je je kind toewenst.
Toen ik laatst op een woning reageerde, stond ik op plaats 639 van de 1139 mensen die reageerden. Toch laat ik me hier niet door tegenhouden en reageer ik nog iedere dag op meerdere woningen in de hoop dat het systeem verandert en er wordt gekeken naar actieve zoekers om zo sneller hoger op de lijst komen te staan, zoals in Amsterdam het geval is.
Moedeloos probeer ik zo min mogelijk te zijn. Ik probeer aan het moment te blijven denken dat het een keer op ons pad komt, maar verder kan je er zelf niet meer aan doen; berichten naar de woningbouw worden niet beantwoord en andere plekken waar je hulpvragen kunt stellen zijn er niet. Je bent echt machteloos in deze situatie. Ik ben blij dat ik iedere dag naar huis kan gaan en mijn eigen plek heb, maar dit is zeker geen ideale situatie.
Wensen en eisen heb ik door de maanden heen al bijgesteld. Op dit moment zou ik zelfs al akkoord gaan met een driekamerwoning. Een gelijkvloers appartement of eentje met verdiepingen maakt me ook al niet meer uit. Ik sta open voor een andere buurt. Ik pas me snel aan en ik heb een auto. Ik sta ingeschreven bij verschillende woningcorporaties. Zaandam, Purmerend, Amsterdam; het maakt me niets uit, als het maar om een een grotere woning gaat.
Ik heb weleens jaloezie naar mensen die zelf een groot huis bezitten. Toch is dit niet per definitie negatief. Mijn moeder bijvoorbeeld. Zij woont al 29 jaar in hetzelfde huis en wil daar niet meer weg. Dat begrijp ik volledig en gun ik haar ook enorm.
Wat ik moeilijker vind en me meer bezighoud is wanneer alleenstaande mensen die al een gezin hebben gehad of op leeftijd zijn toch een eengezinswoning krijgen. Ik snap dat die mensen ook een woning nodig hebben, maar het is frustrerend om te zien dat de ruimte die wij zo hard nodig hebben wel beschikbaar is voor hen. Dat vind ik oneerlijk.
Ik zou graag zien dat de woningbouw per situatie kijkt naar bij wie de nood naar een woning het hoogste is en dat er sprake is van een klein beetje voorrang. En flexibeler in huizenruil. Kijk naar de situatie en de potentiële nieuwe bewoners en wat minder naar de regels. Ik heb de hoop nog niet opgegeven maar ik zie het niet op korte termijn gebeuren. Ik heb me er op in gesteld dat ik hier nog wel zo een vier jaar woon en dat vind ik echt heel jammer.’
Back to Top